Dag 21+Dag 22

11 juni 2016 - Leshan, China

De avonturen van Laowai en Machoman.

Zoals er voor een drukkerij nooit echt een drukke rij staat, zo beginnen de meeste avonturen niet op avonduren. Het is dondersvroeg en na een fotosessie van een half uur met het CCTV-team, de taxi in naar de berg. 

De berg is volgens betrouwbare bronnen veiliger dan Hua Shan. Wel hoger, 2 dagen klimmen het devies. Slapen kan in tempels. Denk er aan een stok aan te schaffen. Wei shenme? Houzi. Okay, duidelijk. Gewoon maar doen dan.

Het zoeken naar de ticketverkoop eist de eerste uren van mijn ochtend op. Ik word van het kastje naar de muur gestuurd. Enfin, de berg op. Daar zie ik hem voor het eerst. Net iets te dik, een vierkant montuur :een stereotype Chinese dertigjarige man die als loonslaaf bij een bank werkt. Eentje die dagelijks zijn moeder belt, die zich nog steeds afvraagt wanneer haar oogappeltje een keer met een meisje thuis komt. Zijn naam Ma Zho, de antiheld, maar perfect. Ik doopte hem om tot Machoman. Hij mij tot Laowai (buitenlander), ik vond het een geuzenaam,

Het scenario is prachtig. Hoge pieken bedekt met loofbomen, watervallen en Bhoeddistische kloosters. De fauna bestaat uit spinnen zo groot als je hand, vlinders zo groot als je hoofd, eekhoorntjes,zangvogels en houzi. Daar gaan we dan Machoman en Laowai als Don Quichot en Hancho Pancho op avontuur. 

Ondanks dat het zweet vanaf ons voorhoofd en oksels gutst, voorloopt onze mars spoedig. We passeren watervallen, beklimmen trappen en marcheren over hangbruggen. Dit is zoals avontuur hoort te zijn. Onze eerste break en Machoman trakteer me op een grote gerookte varkensrib. Op deze plek ontmoeten we Waipo en Taitai, een Chinees anwb stel dat haar pensioensdagen slijt met het beklimmen van heilige bergen. 

We lopen door een dal en Taitai wijst in de verte. Houzi! Daar zitten ze dan een kolonne Tibetaanse bergmakaken. Mijn hart gaat sneller kloppen. We arriveren en de apen merken ons op. Ik film een aap die over de hangbrug richting ons komt lopen. De aap nadert, ontbloot zijn tanden en springt op mijn hoofd,Teringjantje, opbokken aap. Hij probeert een plastic tasje los te maken van mijn tas. Dan grijpt Taitai in en geeft de aap een tik met haar bamboestok. Aap is weg, maar heeft wel een grote boodschap achter gelaten op mijn linker schouder. De zure ontlasting trekt in mijn polo en het is een verloren zaak, dag polo.

De apen blijven ons volgen en als Waipo iets uit zijn tas wil pakken ambusht een groepje makaken ons. Taitai moet haar heldhaftigheid bekopen met een tackle van twee apen waardoor ze op de grond valt. Ik sla de apen van haar af en zodra we weer op de been zijn. Helpen we Waipo. We gooien stenen, zwiepen met onze stokken en het groepje apen druipt langzaam af. Voortaan altijd een steen op zak en op je hoede.

We arriveren bij een tempel.Waipo taait af hij heeft last van zijn knie. Taitai volgt getrouw en we nemen afscheid. De volgende tempel is 15 km verder en de bergwacht raadt ons aan ter plekke te overnachten. Niets van dat stelt Machoman, hai keyi, het kan nog. Hij blijft het volhouden telkens als afdalende mensen ons aanraden terug te keren. Beter heb je gelijk, Machoman anders is het survival of the fittest en ik ben zeker niet van plan het onderspit te delven. Hai keyi, hai keyi. En het lukte net voor het donker arriveren we ter plekke. Er wordt rijst genast en we gaan te ruste. In de tempel is alles van hout en alles vochtig. Ik slaap op een plank met een laken. Als die kalen neten met hun omgedraaide hakenkruizen het kunnen...

Dan kan ik het zeker niet. Oh my buddha, nachtrust beperkt zich tot het aanhoren van de nachtelijke rituelen van de monniken en een toiletbezoek.

Gelukkig vroeg op en Machoman zit al op me te wachten bij het ontbijt. Het regent pijpenstelen en Machoman trakeert me op een gele poncho, hij neemt er zelf ook een. Het regent en het blijft regenen. Het frustreert me, wat resulteert in uren op kop lopen en halve uren wachten op Machoman bij een eettentje. Gelukkig zijn er Drakenbootraces op TV. Het is feest in China maar de berg huilt. Na 9 uren klimmen bereiken we de top. Aangekomen zijn we beiden op. Er wordt gebid in de tempel voor vrienden en familie. Het grote gouden beeld waarmee geprijkt wordt op kaarten en in boekjes is geheel gehuld in een laken. Het maakt niet uit, wat er op de top staat, als er maar iets staat. Al was het een zelfportret van Erica Terpstra. Een knul komt op me afgelopen met ogen zo groot als Portugal. Waiguooo (buitenlander), ik antwoord Zhonguooo (Chinees). Hij glimlacht. 'De glimlach van een kind, doet je beseffen dat je leeft.'

De terugweg is via kabelbaan en bus. Ik val in een diepe slaap. Eenmaal terug in mijn appartementje spoel ik de apeschijt van me af en rust ik in vrede. 

1 Reactie

  1. Timo:
    13 juni 2016
    Lieeeve aapjes hahah